Lege straten (deel 2)

Oefening

Het gesuis klinkt weken na in mijn oren. Het piept van links naar rechts en weer terug in mijn hoofd en dan voel ik mijn angst weer. De angst die nu ook nog terugkomt als ik een vliegtuig hoor.

Vorige week heb ik van mijn dochter een zwart apparaat gekregen. Het heeft een grijze hoes en een glanzend plat scherm. Het heet een ‘tep-let’. Ik weet natuurlijk ook dat het Engelse woord tablet is. Afkomstig van het woord tabula. Ik denk niet dat mijn kleinkinderen weten dat dit ‘schrijfplankje’ betekent. Maar bij het installeren van een tablet heb je dan weer weinig aan kennis over de afkomst van een woord. Ik schep er een beetje genoegen in om af en toe te doen of ik geen verstand van zaken heb. Dat scheelt ingewikkelde gesprekken en levert weleens wat hulp op.
Een paar jaar al heb ik een mobiele telefoon. Ik heb een speciaal doosje gekocht om hem in te bewaren als ik thuis ben. In dat doosje ligt ook het oplaadsnoer. Er zijn voor mij twee manieren om de telefoon te gebruiken. Eén om te bellen en één om berichten te ontvangen en te versturen. Ik ben er nog niet gewend om de telefoon op een andere manier te gebruiken.

Mijn kleindochter komt langs en maakt de tablet klaar om te gebruiken. ‘Oma, ik zet er een aantal apps op en dan ga ik je leren hoe je die kunt gebruiken’. Ze vraagt aan mij welke programma’s ik graag kijk op tv en of ik er spelletjes op wil hebben. Ik vraag of je er ook op kunt dammen. ‘Ja, natuurlijk.’ Met haar gezicht verborgen in de capuchon van haar trui begint ze te werken. ‘Ik zet even een muziekje op, oma’. Ze stopt de twee witte knopjes van het snoertje aan haar telefoon in haar oren en haar hoofd deint op en neer. ‘Eet je mee?’, vraag ik aan haar. Geen reactie en ik tik op haar schouder. ‘Nee’, zegt ze, ‘Sorry oma, ik heb straks nog een afspraak met een aantal vrienden en ik moet voor negen uur weer binnen zijn’. Dat klopt ook, de avondklok gaat in.

Ik schuifel op mijn gemak door het huis met mijn kop soep op het zitplankje van de rollator. Even voor zes uur zit ik met mijn soep en een broodje bij de tv. In het journaal wordt er gepraat over het ingaan van de avondklok. Toen ik tien was ging de avondklok in en dat duurde bijna vijf jaar. En al die jaren keek ik in de avond en in de ochtend door de kranten die op het keukenraam geplakt waren over straat uit. Ik had nooit bedacht dat deze avondklok tachtig jaar later terug zou komen om een virus te bestrijden.
Elke avond kijk ik om zes uur naar het journaal en dan om half elf Hart van Nederland. Rond het journaal van acht uur kijk ik graag naar misdaadseries op Net5. Wel jammer want ik vind dat het acht uur journaal zulke leuke weermannen heeft. Soms mis ik van alles wat omdat ik in slaap val op de bank. Op dinsdagmiddag ga ik naar gymles en op vrijdagavond naar mijn boekenclubje. De gymles is sinds de strengere maatregelen ook digitaal en ik heb al een paar weken niet mee kunnen doen. Dat kan straks weer via de tablet als het goed is. Als mijn kleindochter volgende week terugkomt, dan ga ik aan haar vragen hoe dat werkt.

Mijn kleinkinderen gaan al weken niet naar school. Ik heb van mijn dochters gehoord dat ze een groot deel van de les met een laptop vanaf huis kunnen volgen. Ze gaan dan een ‘hangout’ in met hun klasgenoten en de leraren. Ik weet dan weer niet precies wat een hangout is.
Mijn dochters maken zich zorgen of de kinderen straks klaar zijn om toetsen en examens te doen. ‘Mam, zou het wel goedkomen? Ze zijn vaak zo afgeleid’. ‘Ja’, zeg ik, ‘natuurlijk komt het goed!’ Ik word soms wel in mijn eentje verdrietig omdat ik het fijn vind om te zien dat mijn kleinkinderen het goed doen op school. Zoals het eerder was. En stiekem gaat mijn verdriet ook over de kans die ik nooit kreeg om mijn school af te maken.
In een paar interviews in Hart van Nederland wordt verteld dat er rellen verwacht worden. Er worden beelden getoond van eerdere demonstraties in het buitenland. Dan een interview met een politieman die verteld over de voorbereiding op de verwachte onrust. Ik loop met kleine passen naar het raam en kijk naar buiten. De straten zijn leeg.

De volgende ochtend haal ik de tablet van het oplaadsnoer. Ik heb opgeschreven ‘ronde knop indrukken en dan code intoetsen’. Dat lukt goed en het scherm licht fel op. Ik zie het tekentje van de NOS en van NU.nl. ‘Pijltjes is meestal vooruit naar een nieuwe pagina, kruisje is meestal stoppen met de pagina’. Ik druk op NU.nl en er verschijnt een foto van een rij zwaarbewapende politieagenten in rookwolken gehuld. Op de achtergrond mannen met zwarte capuchons, hoog opgetrokken sjaals en grimmige gezichten. Erbij de tekst ‘Burgemeester spreekt van een aankomende burgeroorlog’. Ik tik op het kruisje en ga koffie maken.

2 gedachtes over “Lege straten (deel 2)

  1. “Leuk geschreven Karin”, zie ik mezelf met onzekere, ietwat gekromde reumatische vingers intoetsen op verlichte toetsen op mijn leptop. Een Mekboek noemt mijn zoon het.

    Like

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s