Strijd voor een mensenrecht aan de keukentafel

Ik lag wakker.
‘Ligt ze weer wakker ‘s nachts. Wat doet zij toch?’ kun je denken.
Iets met beginnende overgangsklachten. Maar daar gaat dit niet over. Voor een andere keer.
Ik dacht aan de oorlog. In Oekraïne. In andere landen met langdurige conflicten. Onrust die ik voel. Angst misschien.
‘Onrust is niks’, spreek ik mezelf toe. Angst voor een bombardement. Verwoesting van de woonwijk waar je woont. Het is niet hier.
Het ongemak dat ik voel bij de vraag of ik meer moet doen dan geld storten. Ongemak over de discussie of bepaalde vluchtelingen meer welkom zijn dan anderen.
Dat ik nu verstarring voelde. Iets wat ik niet vaak heb.

Ik zit met zoon op de bank. We kijken het journaal van acht uur.
Het nieuws over Corona is verdrongen door nieuws over de oorlog.
Vorige week waren we nog op vakantie. Skiën. Terwijl er een oorlog was uitgebroken. Skiën met allemaal witte mensen. Maar daar gaat dit niet over. Ook voor een andere keer.
In de vakantie deelden we het nieuws over de oorlog nauwelijks met de kinderen. In de stilte van de vroege ochtend las ik kort de gruwelijke berichten. Dan snel een kop thee maken om het ongemak weg te nemen.

‘Je hoeft niet alles te zien en horen’, zeg ik tegen zoon.
‘Oké’, zegt hij.
‘Die Poetin moet toch weg? Waarom doet niemand daar wat aan?’
De meest voor de hand liggende vragen van een kind van tien. Van veel van ons.
Annechien Steenhuizen praat verder. Een beeld van een ontredderd kind aan de hand van de volwassene.
Ik voel tranen opkomen. Ik kijk naar zoon. Hij draait naar mij toe. Tranen in zijn ogen. We draaien onze hoofden weer terug naar het scherm.
Ik haal mijn neus op. Ik hoor dat hij hetzelfde doet. Met zijn mouw veegt hij over zijn gezicht.

Nog meer in mijn hoofd dan naar buiten toe ben ik een betweter en vind ik overal iets van. Ik ben ook een kleine wereldverbeteraar. Klein, omdat ik vind dat het goede van de wereld, van alle mensen, altijd zit in elk klein ding dat je goed kunt doen.
Ik schrijf brieven. Voor iemand die in een gevangenis zit en geen eerlijk proces krijgt na deelname aan een demonstratie. Voor iemand die strijdt tegen de kap van het regenwoud, wordt bedreigd en geen bescherming krijgt van een overheid.

Eerder zat ik bij een schrijfgroep van Amnesty International waar via een netwerk met post voorbeelden voor brieven werden verstuurd. De werkelijkheid kwam overeen met het imago: geitenwollensokken.
Ik schreef een halve dag enkele brieven over. De adressering op de enveloppen was een bezigheid op zich. Eén naar de ambassade van het land in Nederland of België. Eén naar een lang en onbegrijpelijk adres in het buitenland.
Ik streed voor een mensenrecht aan de keukentafel.

Amnesty heeft nieuwe campagnes. De schrijfacties worden via mail verstuurd.
Ik vind het moeilijk om alles te lezen. Over de strijd in Jemen. Over inwoners van China die verdwijnen in een strafkamp. Als hun familie al weet waar ze zijn. Over een activist die via social media oproept tot een demonstratie en door een geheime dienst wordt afgevoerd.
Elke maand, elke week, elke dag.

Ik klik op een link. Vul mijn gegevens in. Zo spreek ik mijn steun uit.
Ik kan dit doen aan de keukentafel. Of liggend vanuit bed. Vanuit mijn comfortabele, veilige bed een kleine strijd voor een mensenrecht.
Het voelt meer dan ongemakkelijk.

Een gedachte over “Strijd voor een mensenrecht aan de keukentafel

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Twitter-afbeelding

Je reageert onder je Twitter account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s