
Stef
Stiekem ben ik een beetje verliefd op Stef. Bij alles wat hij zegt, hang ik aan zijn lippen.
De eerlijkheid gebied te zeggen dat ik languit op de bank lig. Man is afgehaakt … Lees verder Stef
Stiekem ben ik een beetje verliefd op Stef. Bij alles wat hij zegt, hang ik aan zijn lippen.
De eerlijkheid gebied te zeggen dat ik languit op de bank lig. Man is afgehaakt … Lees verder Stef
‘Zullen we naar Parijs gaan?’, vraagt hij.
‘Mwah. Parijs. Dat is zo warm in de zomer. Je weet wat ik van stedentrips vind.’
Ik bedenk me.
‘Ik wil de Tour wel een keer zien. In Parijs.’ Lees verder De kasseien van Parijs
Wat is mooier dan schrijven te combineren met – zo languit als mogelijk – liggend op de bank naar de Tour de France kijken. Lees verder La douce France
Ik lig met mijn onderbenen omhoog in de stangen.
‘Het ziet er goed uit’, zegt ze. ‘Ik zie zelfs twee eitjes.’
Twee eitjes? Wazig staar ik naar het scherm met grijzige vlekken.
Dan weet ik het. Lees verder Pauze
Een aantal jaar terug. Een managementoverleg.
Op het muurgrote whiteboard staat: ‘leeftijd’ ‘man’ ‘vrouw’.
‘Er zijn meer aandachtspunten als we onze organisatie diverser willen maken’, zeg ik.
Een collega: ‘Ik zie niet zo in wat het probleem is.’
‘Dat is dan misschien het eerste probleem’, mompel ik. Lees verder Halfje wit, halfje bruin
Een aantal weken geleden werd ik verrast door de post. Dat kan nog tegenwoordig. Mijn eerste officiële publicatie zat in de brievenbus.
Ik had eerder een mail ontvangen van de hoofdredacteur van het tijdschrift.
‘We hebben jouw verhaal/gedicht/overpeinzing gekozen.’ Lees verder Boom keek mij verwijtend aan
In de documentatieruimte staan de informatieboeken in ijzeren rekken.
Ik kies een boek. Op de kaft staat ‘De U.S.S.R.’. Een onderwerp voor mijn werkstuk.
‘Zet dat maar terug, dat is te ingewikkeld voor je. Kies maar een ander onderwerp’, zegt mijn meester.
Lees verder Ik praat er niet over
Ik lag wakker.
‘Ligt ze weer wakker ‘s nachts. Wat doet zij toch?’ kun je denken.
Iets met beginnende overgangsklachten. Maar daar gaat dit niet over. Voor een andere keer.
Ik dacht aan de oorlog. In Oekraïne. In andere landen met langdurige conflicten. Lees verder Strijd voor een mensenrecht aan de keukentafel
Ik sta op het klustrapje. Minuscule verfspetters op mijn bril. Met de verfroller beweeg ik op en neer over het plafond. Trapje verplaatsen. De groene verf stroomt in de verfbak. Trapje weer op. Ik rol verder. Ondersteboven.
Ik ruik zweet en de deo van man. Mijn deo was op. Zo vraag ik me af hoe ik zou klussen als ik een man was. Lees verder Ondersteboven
Stijfjes draai ik me om. Het dekbed is half van me afgerold.
Ik zie niet veel, maar ik hoor getrippel. Ik wrijf in mijn ogen en zie in een halve schaduw hond bij de tafel staan.
‘Pok’, hoor ik. Hij stoot zijn kop.
‘Kom! Kom hier’, fluister ik. Hond doet niks. Lees verder Hond op het tapijt, ik op de bank